Analyse en bevindingen
In dit hoofdstuk gaan we in op de vier scenario’s die zijn voortgekomen uit de verschillende sessies. Er is een globale toelichting van het scenario en er wordt in gegaan op generieke maatregelen. Deze bevindingen zijn gestructureerd onder vijf aandachtsgebieden:
De verschillende scenario’s die in de werkgroepen richting gaven aan het gesprek worden bij de Methodiek en bijlage 4 gedetailleerder weergegeven. Daar staan ook specifieke aanbevelingen in vermeld. Dit stelt de lezer in staat om voor zichzelf, de organisatie en de keten een concreet beeld te vormen over de mogelijke impact van het scenario.
Scenario omschrijvingen
Uitval van elektriciteit
Uitval stroom als gevolg van een nog onverklaarbare storing in een aantal verdeelstations. Een groot deel van de regio komt zonder stroom te zitten. Ook diverse (zorg)instellingen worden hierdoor getroffen.
Het dagelijks leven wordt sterk ontregeld; mensen stranden in de ochtendspits door uitval verkeerslichten en verstoring openbaar vervoer. Radio en tv doen het niet meer en door de uitval van routers is er geen internetverbinding meer. Na 1 uur wordt bekend dat de uitval langer duurt dan 6 uur.
Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen
Er is brand ontstaan in een spreekkamer van een zorginstelling. Het gebouw moet worden ontruimd en cliënten moeten worden verplaatst. Ook vindt er een ontruiming plaats van omliggende objecten. Vanwege het tijdstip (04.00 uur) zijn er weinig personeelsleden aanwezig. Door de impact en de grote rookontwikkeling wordt opgeschaald naar GRIP 2.
Dit betekent dat er vanuit de Veiligheidsregio een operationeel team bij elkaar komt om de bron- en effectbestrijding te coördineren. Na enige tijd stort een gedeelte van het pand in. Een groot aantal slachtoffers en hulpverleners hebben een inhalatietrauma of zijn gewond geraakt door de instorting en worden naar omliggende ziekenhuizen gebracht.
Incidenten met gevaarlijke stoffen
De regio Zuid-Holland Zuid is een doorvoerroute van gevaarlijke stoffen per trein vanuit de Rotterdamse haven naar onder andere België en Duitsland. Daarnaast vindt personenvervoer binnen de regio in grote frequentie plaats. Op dinsdagochtend botst een ontspoorde passagierstrein op een goederentrein met gevaarlijke stoffen. Er zijn veel gewonden en dodelijke slachtoffers. Door de botsing is brand ontstaan en zijn giftige stoffen vrijgekomen vanuit een ketelwagen van de goederentrein. De inhoud met zeer toxische stof stroomt naar buiten en vormt vrijwel direct een gifwolk. Reizigers en hulpverleners zijn tijdens de evacuatie onwel geworden. Ook in de omgeving zijn slachtoffers gevallen.
Overstromingen
De afgelopen weken zijn er al ondergelopen uiterwaarden en hoge waterstanden in de rivieren gezien door de langdurige regenval.
Er wordt nog meer regen voorspeld en naar verwachting zal de waterstand nog verder stijgen. Bij dijkcontroles is een verzwakking geconstateerd bij Gorinchem. De kans op een doorbraak wordt groot geacht. Drie dagen voor de (verwachtte) dijkdoorbraak wordt besloten tot evacuatie.
Bevindingen op het gebied van zorgcontinuïteit en logistiek
- Beschikbaarheid van personeel is essentieel. Of het nu gaat over het handmatig taken moeten overnemen, zoals patiëntenzorg en medicatieregistratie, er een grotere toestroom van patiënten is of voor ontsmetting van middelen.
- Niet alle zorginstellingen beschikken over back-up systemen - zoals noodstroom en communicatie - voor hun cruciale voorzieningen. Daarnaast is het soms onduidelijk welke functionaliteiten blijven werken. Denk hierbij aan nooddeuren en sloten van beveiligde afdelingen.
- Sommige instellingen hebben contracten afgesloten voor het leveren van bijvoorbeeld aggregaten of vervoer. Aandachtspunt is of leveranciers en vervoersmaatschappijen kunnen leveren als meerdere partijen aanspraak hierop willen maken.
- Er kunnen logistieke problemen ontstaan bij voorraadtekorten, patiënten doorstroming, vervoeren van materialen, bereikbaarheid van zorglocaties en evacuatie. Er kunnen cascade-effecten optreden, zoals uitval van thuismonitoring en problemen met ambulancenavigatie, tilliften, uitluistersystemen, beveiligde deuren, zuurstof en persoonsalarmering (uitval elektriciteit).
- Instellingen kunnen de procedure GGB volgen voor patiënten spreiding. Daarnaast is interne verplaatsing en samenwerking binnen de zorgketen cruciaal.
- De afhankelijkheid van één instelling kan problematisch zijn, vooral bij incidenten zoals brand, waarbij ook de coördinatie van medicatie-uitgifte en receptverwerking moeilijk is.
- In nachtelijke uren is coördinatie lastig te realiseren. Het optreden van crisis coördinatoren is niet overal 24/7 gegarandeerd.
- Langere voorbereidingstijden zijn nodig voor zaken zoals kraamzorghotels. Uitwijklocaties buiten het incidentgebied moeten aan de juiste voorwaarden voldoen.
- Zelfredzaamheid is belangrijk. Het is belangrijk dat duidelijk is wie verantwoordelijk is voor de ondersteuning en verplaatsing van niet-zelfredzame personen.
- Effectieve crisisrespons en zorgcontinuïteit vereisen uitgebreide voorbereiding, flexibiliteit en samenwerking van de verschillende sectoren en de GHOR.
Bevindingen op het gebied van informatiemanagement
- Wanneer interne informatiesystemen uitvallen, moeten zorginstellingen vaak improviseren, wat leidt tot handmatige processen en een verlies aan zichtbaarheid op processen. Dit gebrek aan zichtbaarheid kan resulteren in onvoldoende informatie-uitwisseling tussen instellingen, zoals het ontbreken van essentiële gegevens over voedings- en medicijnschema’s. Hierdoor kunnen verstoringen optreden in de zorgverlening en in de samenwerking tussen zorginstellingen.
- De zorgsector onderstreept het belang van een goede informatielijn van de GHOR naar de zorgsector. Dit is essentieel voor de coördinatie en het bieden van eventuele handelingsperspectieven. Wanneer bij zorginstellingen de interne processen worden verstoord, zijn instellingen bezig met de eigen processen. De GHOR richt zich op het grote geheel. Een actueel en toegankelijk beeld in het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) voor zowel de GHOR als de getroffen instelling(en) is het van belang om een overzicht van de situatie te behouden en beslissingen te nemen op gevalideerde informatie.
- De toenemende afhankelijkheid van digitalisering in de zorgsector brengt aanzienlijke risico's met zich mee. Het ontbreken van back-up faciliteiten voor servers en het verplaatsen van patiëntendossiers zonder toestemming kunnen de integriteit en privacy van gegevens bedreigen. Deze risico’s benadrukken de noodzaak voor robuuste informatievoorzieningen en goede gegevensbeveiliging om de continuïteit van de zorg te waarborgen, vooral tijdens crisissituaties.
Bevindingen op het gebied van communicatie
- Communicatie tussen zorginstellingen wordt soms bemoeilijkt door het ontbreken van een centraal aanspreekpunt, wat leidt tot diffuse communicatie en extra handmatig werk voor het personeel. Dit verhoogt de druk op het personeel. De GHOR kan een coördinerende rol spelen door een communicatie- en informatielijn tussen zorginstellingen te verstrekken.
- Sommige zorglocaties missen back-ups voor cruciale voorzieningen, wat communicatieproblemen kan verergeren.
- Effectieve communicatie tijdens incidenten is essentieel voor een goede samenwerking. In de nachtelijke uren is er een groter risico op minder communicatie vanwege een lagere personele bezetting en de zorg voor patiënten. Dit kan leiden tot vertraging in alarmering en opschaling.
- Binnen de gehele zorgketen is er een grote informatiebehoefte, waar instellingen zelf niet volledig aan kunnen voldoen. De GHOR heeft hier een coördinerende en regierol om in deze behoefte te voorzien. Communicatie moet niet alleen gericht zijn op instellingen, maar ook op burgers, bijvoorbeeld door hen te informeren over het meenemen van eigen medicatie.
- Bij enkele instellingen is onduidelijkheid over wie de beslissing tot ontruiming mag nemen.
Bevindingen op het gebied van kennis en ervaring
- Ervaring en deskundigheid van personeel binnen de zorgketen zijn van groot belang tijdens crises.
- Samenwerkingsverbanden en het feit dat steeds meer mensen de juiste voorzieningen hebben om thuis te werken worden gezien als belangrijke voordelen om de juiste werkzaamheden te verrichten.
- Van de GHOR wordt verwacht een coördinerende rol te spelen bij de schaarste van goederen en ondersteuning, gebaseerd op hun kennis en ervaring.
- Na incidenten wordt vaak hulp geboden door verschillende partijen, gevolgd door evaluatie en nazorg bij posten of instellingen. Aandacht voor de mentale opvang van betrokken functionarissen is essentieel voor hun welzijn en functioneren. De GHOR speelt hierin een rol door contact te onderhouden met eigen personeel en met de betrokken instellingen. De instellingen zijn uiteindelijk wel zelf verantwoordelijk voor nazorg voor het eigen personeel.
- Meerdere instellingen en organisaties zijn nog niet goed voorbereid op crisisscenario's en zijn sterk afhankelijk van overheidsinstructies.
- Technische kennis over panden en ventilatie, zoals het uitschakelen hiervan, is cruciaal. Het is niet overal duidelijk of er voldoende kennis en opleiding aanwezig is om adequaat te handelen.
- Sommige opleidingen, zoals bij de RAV, besteden specifieke aandacht aan dergelijke scenario's, maar dit is niet overal het geval.
- Binnen de zorgketen kunnen verschillende teams, zoals kernteams, calamiteitenteams of werkgroepen, worden gevormd bij incidenten. Echter, niet alle instellingen oefenen in deze samenstellingen, wat kan leiden tot onduidelijke onderlinge afspraken en verschillen in verwachtingen.
Bevindingen op het gebied van risicoperceptie en bewustwording
- De zorgsector beschouwt zichzelf wel redelijk goed voorbereid op brandscenario’s dankzij calamiteitenteams en wetgeving, maar minder op de overige drie scenario’s. Knelpunten zijn onder andere het tijdig beginnen met evacueren, ongeschikte uitwijklocaties die vaak in hetzelfde gebied liggen, verkeersdrukte, beperkte beschikbaarheid van ambulances en de prioritering van te evacueren personen. Echter, zijn er ook bij brand significante risico’s omdat cliënten vaak niet in staat zijn brandvoorzieningen zoals branddeuren en blussers te bedienen. Gezamenlijke voorbereiding en het bespreken van scenario’s en uitwijkvoorzieningen ontbreken nog of verdienen meer aandacht binnen de keten.
- Hoewel veel instellingen noodplannen en crisisteams hebben, blijkt regelmatige oefening op noodscenario’s vaak te ontbreken. Beperkte beschikbaarheid van eigen noodstroomaggregaten en brandstofafspraken bieden enige hulp, maar uitwijkscenario’s kunnen tijdens incidenten onbereikbaar zijn, wat leidt tot opvangproblemen en logistieke complicaties.
- Bij incidenten met giftige stoffen zijn gehandicaptenzorg, apotheken en VVT-instellingen niet voldoende voorbereid en willen dit scenario verder doorleven. Ziekenhuizen volgen hun reguliere noodplannen door ventilatie uit te schakelen, OK’s te stoppen en ramen en deuren te sluiten met beveiliging bij de ingangen.