PARTNER IN BEELD
Ingrid van Zoest van ASVZ vertegenwoordigde de Verstandelijk Gehandicapten (VG) sector in het Kernteam IZB overleg. Ze blikt met ons terug op de coronacrisis en neemt een kijkje vooruit.
“Op de avond dat minister Bruins op TV van de eerste besmette patiënt mededeling deed, realiseerde ik me dat het foute boel was.”
- Ingrid van Zoest,
Arts voor Verstandelijk Gehandicapten en
leidinggevende medische dienst bij ASVZ
Ingrid van Zoest kijkt terug naar begin maart. “We zijn binnen ASVZ maandag 2 maart met ons eerste crisisberaad gestart. Een beraad wat bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de infectiepreventie commissie, AVG-artsen, managers Wonen, een manager Dagbesteding en collega’s van de afdelingen: P&O, Facilitair bedrijf, Kwaliteit, Communicatie. We hebben die dag de structuur bepaald, wie gaat er in de regiegroep Corona, hoe vaak komen we bij elkaar. Een wekelijks overleg volgde, wat vervolgens ook heel snel opschaalde naar twee keer per week in de weken erna. Het doel van ons overleg was enerzijds zo veel mogelijk besmettingen en verspreiding van het virus te voorkomen en anderzijds te handelen naar gelang de besmettingen. Tevens maakten wij een vertaling van de landelijke richtlijnen naar richtlijnen te gebruiken in onze eigen zorginstelling.”
Impact voor cliënten ASVZ
“De eerste twee à drie weken betekende de coronacrisis nog niet zoveel voor onze cliënten. Dit veranderde vanaf het moment dat er meer maatregelen kwamen zoals bijvoorbeeld het sluiten van de dagbestedingslocaties en het niet meer toestaan van bezoek. Dit had echt impact op de cliënt. De structuur veranderde totaal. Het ritme van de dag is voor hen zo belangrijk en als daar verandering in komt, is dat zo ingewikkeld voor hen. Cliënten mochten niet meer naar buiten, niet logeren, maar er mocht ook geen bezoek meer komen”, geeft Ingrid aan. “In het begin volgde iedereen dit goed op, maar op een gegeven moment werd dit lastig. Na acht weken kwamen er meer protesten. Zeker bij de cliënten die de crisis zo bewust meemaakten, zij werden soms echt boos. Maar ook voor ouders was het een zware tijd die veel emoties opriep; zij wilden heel graag hun kinderen zien. Het was zo pijnlijk om te zien hoe onze cliënten (van jonge leeftijd tot de ouderen) dit mee moesten maken.”
Met hart en ziel
“Ook voor ons personeel veranderde de structuur. Normaal gesproken wanneer de dagbesteding begon en de woning leeg werd, ging het personeel naar huis. Maar nu bleven de cliënten in de woning. Het personeel van de dagbesteding werd wel ingezet op de woningen om met de cliënten iets te doen en alternatieve dagprogramma’s samen te stellen. Tevens hebben wij gevraagd aan het personeel of zij voor een deel extra konden werken. Wel met een extra restrictie: het was voor het personeel alleen mogelijk op één woning te werken, dit om kruisbestuiving tegen te gaan. We hadden een pool opgezet voor personeel die niet hun eigen werkzaamheden konden doen om toch te komen werken. Hier was heel veel animo voor! Collega’s belden zelf of ze niet wat konden doen. De bereidheid om te ondersteunen in de crisistijd was erg groot. En dat terwijl in ons werk het vaak niet mogelijk is om 1,5 meter afstand te houden; het draait juist om nabijheid en ondersteuning. Onze collega’s deden dit met hart en ziel.” “Woningen waar zich op een gegeven moment besmettingen voordeden, daar werd natuurlijk PBM ingezet. Zodra er verdenkingen waren, werd de cliënt zo goed mogelijk in isolatie gezet. Gelukkig hebben wij geen tekort aan PBM gehad. Regelden we allemaal zelf. Twee collega’s hadden zich fulltime gefocust op het binnenhalen en distribueren van PBM.”
“Het was als een sneltrein die voorbij kwam …. Je springt erop en je gaat aan het werk. Dat betekende in de eerste vier weken wel 100 uur per week.”
Aansluiten bij Kernteam
“Vrij snel vond er ook overleg plaats met de gehele VG sector. Van daaruit ben ik begin maart naar voren geschoven om deel te nemen aan het Kernteam IZB ZHZ. Direct heb ik mijn contacten gemaild om door te geven dat ik lid werd van het Kernteam. Steeds had ik contact met ze of er vragen waren en om terugkoppeling uit het Kernteam overleg te geven. Dit heeft echt voor verbinding binnen de VG sector gezorgd.”
Kijkje in de toekomst
Ingrid: “Door de coronacrisis zijn wij, de VG sector, nu meer in de picture. Praktische vragen kan ik nu sneller kwijt bij de GGDGHOR en kan ik ook sparren met andere sectoren. Anders had ik nu nooit deze contacten gehad. Dat vind ik heel waardevol en hoop dat we dat kunnen vasthouden.”