PARTNER IN BEELD
Petra Huijzer vertegenwoordigde het Albert Schweitzer ziekenhuis in het RONAZ. Ze neemt ons mee in haar missie.
“Ik hoop dat we deze intensieve, prettige samenwerking in de regio vast kunnen houden.”
- Petra Huijzer,
Manager Strategisch Relatiemanagement Zorg
Samenwerken is de missie van Petra Huijzer. Ze startte in de coronacrisis, op 1 maart, in haar nieuwe rol als strategisch relatiemanager van het Albert Schweitzer ziekenhuis.
Het doel? De samenwerking tussen het ziekenhuis, de huisartsen en de VVT-organisaties bevorderen. De coronacrisis bleek daar een goede katalysator voor.
Petra Huijzer werkt al 35 jaar in de ziekenhuiszorg; als leidinggevende, crisismanager en als bedrijfsleider in het ASz. “Ik merkte hoe belangrijk het is om goed samen te werken en om die reden relaties op te bouwen. Zeker nu is het essentieel dat we elkaar weten te vinden. En met mijn ervaring als crisismanager weet je dat bepaalde beslissingen mogelijk ook gevolgen kunnen hebben voor andere partners in de keten.”
De rotonde draait
Eén van Petra’s missies is om de instroom, doorstroom en uitstroom van patiënten te optimaliseren met alle partners in de keten. Een rotonde die soms vastliep, volgens Petra: “Dat interne proces hadden we nog onvoldoende op orde. We werken in een groot verzorgingsgebied met veel partners in de eerste lijn, dus dan is een soepele samenwerking tussen de ketenpartners essentieel.
Maar vaak ontbraken de regie, spelregels en een vaste communicatie-structuur.”
De afgelopen maanden is daarin al verbetering gekomen, maar de coronacrisis heeft de grootste verandering teweeggebracht.
Petra: “De noodzaak om relaties aan te gaan in de keten werd zo groot, ik zat overal meteen aan tafel. Dat heeft de samenwerking enorm versneld.”
Corona brengt samen
Volgens Petra bracht de crisis ons samen: “We hadden een gemeenschappelijk doel. De wil en het begrip zijn nog sterker geworden om het ziekenhuisbed zo snel mogelijk weer beschikbaar te krijgen voor een nieuwe patiënt die zorg nodig had. Niet autonoom, maar samen. Zo kregen we samen ook te maken met het onheilspellende van het coronavirus.
Enkele verpleeghuizen kregen patiënten vanuit het ziekenhuis overgedragen die op een later moment SARS-CoV-2 positief bleken te zijn. Dit waren ze niet op moment van ontslag uit het ziekenhuis, want zij hadden geen klachten die wezen op COVID-19 en waren conform de richtlijnen van het RIVM behandeld en overgedragen. Wanneer is de patiënt besmet geraakt; door een medewerker of een patiënt in het ziekenhuis? Vragen waar zorgvuldig bron- en contactonderzoek naar is gedaan door afdeling infectiepreventie van het ASz, maar door deze situatie kregen de instellingen (die nog vrij waren van COVID) problemen met isolatie en onbeschermd verplegend personeel.
Met de VVT-bestuurders hebben we vervolgens besproken dat wanneer een patiënt overkwam, diegene direct twee weken in sociale isolatie ging en twee maal per dag getemperatuurd werd. Verenso, de Vereniging van Specialisten Ouderengeneeskunde, heeft deze werkwijze inmiddels opgenomen in hun richtlijnen en wordt landelijk toegepast. Tevens hebben we een les te leren uit deze situatie: hoe ga je om met infectiepreventie en ontslag uit en opname in het ziekenhuis? Daar gaan we de komende tijd mee aan de slag met verschillende belanghebbenden.”
In de volgende nieuwsbrief leest u daar meer over.
Structureel samenwerken
Wat blijft er over van de samenwerking na de crisis? Petra: “Je ervaart nu des te meer dat wanneer er een schakel in de keten niet goed is georganiseerd, dit gevolgen kan hebben voor de patiënt of voor een andere schakel in de keten. Om een mooi voorbeeld te noemen van samenwerken: de HAP zocht in Zwijndrecht een spreekuurlocatie voor patiënten met vermoeden op corona. Binnen een week hebben we toen samen een co-locatie geregeld in een ruimte die vrijkwam in het ziekenhuis. Voorheen moest dat over allerlei schijven, nu was het snel rond. Dat geldt ook voor de COVID-zorg en herstelafdelingen die specifiek werden ingericht door onder andere RIVAS, het Parkhuis en het Spectrum. Ik hoop dat we deze intensieve, prettige samenwerking in de regio vast kunnen houden en verder vorm kunnen geven. Zodat we de patiënt samen de beste zorg op de juiste plaats kunnen verlenen.”